Grijnslachje op de fiets

Johan Sabbe

“Pas op, opa, dat we niet vallen.” De oudste van mijn twee kleinzoontjes – de driejarige Henri – lijkt er niet helemaal gerust in te zijn.

Hij kijkt een tikkeltje bezorgd van onder zijn witte helm met blauwe vliegtuigjes hoe ik mijn rechterbeen enigszins stuntelig over mijn fietskader manoeuvreer zonder aan zijn fietszitje te haperen. En hop, dan rijden we samen naar school, wat minstens een keer in de week gebeurt. Hier en daar moet ik noodgedwongen al eens het trottoir op wippen, omdat autobestuurders me onvoldoende ruimte gunnen, maar we geraken uiteindelijk veilig bij de kleuterklas, niet eens een kilometer van bij ons vandaan.

Ik fiets, net als mijn vrouw, zowat elke dag. Naar de school nabij ‘t stedelijk zwembad, waar we beiden lesgeven. Zeker als het regent, rijden we met een stiekem grijnslachje de lange files voorbij van de auto’s waarin de ouders hun kinderen naar school brengen, opdat laatstgenoemden zeker niet nat zouden worden.

Intussen is het aangestelde ontwerpbureau in nauw overleg met het stadsbestuur de stadskernvernieuwing almaar concretere gestalte aan het geven. En de plannen evolueren gunstig. Met eenrichtingsverkeer op de Markt, verkeersstromen die ontradend zouden moeten werken voor wie niet per se in de stadskern moet zijn en vooral met voorrang voor de fietsers. In juni wordt het definitieve ontwerp verwacht van een project dat bepalend wil zijn voor hoe de stadskern er de komende decennia zal uitzien. Het is alvast een prima zaak dat de stad voor een zo professioneel mogelijke aanpak heeft gekozen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier