Tweede basketgeneratie Brunswyck komt eraan: “Je mag mijn broer gerust een basketfanaat noemen”

Harm Brunswyck wordt geflankeerd door zijn dochter Marie-Hélène en zijn zoon Louis-Emile. © KDS
Redactie KW

Vader Harm Brunswyck is nog steeds actief als speler bij Wikings Kortrijk. Dochter Marie-Hélène speelt bij de landelijke U19 van DS Waregem en zoon Louis-Emile treedt aan bij de landelijke U16 van BC Kortrijk Sport. Ze treden dus volop in de voetsporen van hun pa. En sommige trekjes zitten duidelijk in de genen.

“Ik had het geluk tot een uitzonderlijk goede lichting basketters te behoren”, opent de 43-jarige Harm Brunswyck, die als onder meer zaakvoerder van ‘t Vissershuys in de Doorniksewijk een bekend figuur is in Kortrijk. “Namen moet ik niet ver zoeken: Dimitri De Mol, Vincent Bayart, Frédéric De Ly, Steven Verhaeghe, Wim Dutrie, Jurgen Hollevoet, Sven Vandeleene, Jean-Christophe Dhaeye, Jurgen D’Hondt en Nico Houthaeve. Zelf speelde ik niet zoveel, maar ik besef dat ik een schitterende jeugd had. Met coaches als Geert Verhaeghe en Katrien Vancraeynest, wijlen Jan Carreer, ook Rik Deleu, Francis Goemaere, Luc Vandewalle en zelfs een jaar Guy Vervaeke kreeg ik een prima opleiding.”

Maar eenmaal de studentenleeftijd bereikt, zwermde iedereen uit zoals Vincent (Gent), Dimitri en Wim (Leuven). Zelf ging ik op vraag van Anton Vandenbulcke bij de tweedeprovincialer en de reserven van Kortrijk Sport spelen. Later volgden nog Izegem, Wibac en zeven jaar Nemea. 2008 was mijn laatste jaar in provinciale. Nu speel ik nog bij de ‘Galacticos’, de corporatieve ploeg van Wikings. De leeftijd begint stilletjes aan door te wegen, zelfs al sta ik scherper dan vroeger. (lacht)Het is een toffe groep met ervaren mannen als de broers Torbeyns, Mathias Vanneste, Jan Festjens, Bruno Raes, Tim Santy, Bruno Guillemyn, Thijs Denoulet en Bosch, een speler van Servische origine.”

Goed ingeburgerd

De dochter van Harm en Anniek Putman, die werkt op de financiële dienst van de Kulak, is aan haar vijfde seizoen bij Waregem toe. “Ik stapte in het eerste middelbaar van Kortrijk naar Waregem over”, vertelt Marie-Hélène. “Als 16-jarige ben ik bij de U19 bij de jongsten. De ouderen spelen uiteraard iets meer en dat voel je aan de sfeer. Maar met 10 tot 15 minuten per match mag ik niet klagen. Een nadeel voor de ploeg is dat we soms met te weinig zijn op training, omdat veel speelsters de U19 combineren met een seniorteam.”

“Zo kwam het dat onze coach Tanja Popivoda vorig seizoen wekelijks aan mijn broer vroeg om mee te trainen met ons, om tenminste eens vijf tegen vijf te kunnen spelen. In de competitie botsen we telkens op erg goede tegenstand van K-BTK. In het laatste duel verloren we nipt. Dat was pijnlijk omdat we tot kort voor het einde nog negen punten achter stonden. Ik speel meestal als vleugel, maar soms ook als tweede guard en zelfs post. Ik heb het geluk om Justine De Seyn, ook uit Kortrijk, in de ploeg te hebben. Zij zette samen met mij de stap naar Waregem, waar we goed ingeburgerd zijn”, aldus Marie-Hélène, die het vijfde jaar economie-wiskunde volgt aan OLV van Vlaanderen, waar ook Louis-Emile school loopt.

“Mijn broer trainde vorig seizoen mee met ons om eens vijf tegen vijf te kunnen spelen” – Marie-Hélène Brunswyck

“Met de U16 van Kortrijk Sport zijn we eerstejaars, toch proberen we er het beste van te maken in de tweede ronde”, neemt Louis-Emile over. “In de match tegen Okapi liepen bijvoorbeeld een paar spelers van 1,95 meter rond. Het is nog wat aanpassen om bepaalde spelsituaties op een andere manier aan te pakken. In ons team ben ik tweede guard of forward. Als guard krijg ik soms de opmerking dat ik te onstuimig ben. Eigenlijk moet ik iets meer geduld tonen. Jarno Sablain is onze eerste guard. Qua spelinzicht is hij beter dan mij.”

“Ik merk wel dat de coach een paar verschuivingen heeft doorgevoerd, waardoor andere mogelijkheden ontstaan”, pikt vader Harm in. “Ik zie hen goed evolueren. Vroeger was ik hard in mijn wedstrijdanalyse voor mijn kinderen. Ik zag alleen de minder goede dingen op het veld. Met ouder te worden slaag ik er al eens in om iets positiefs te zeggen.” (knipoogt)

Naar de VS

“Je mag mijn broer gerust een basketfanaat noemen”, zegt Marie-Hélène over haar broer. “Al op vijfjarige leeftijd zat hij naar basketfilmpjes te kijken op zijn eerste tablet.” Dat bevestigt Louis-Emile. “Ik volg zowat alles van de NBA, met het accent op de Cleveland Cavaliers. Mijn favoriete speler is dan ook LeBron James. Ook Kyrie Irving van Boston Celtics is van topklasse. Het gebeurt wel eens dat ik hun moves probeer na te doen, maar veel succes heeft dat nog niet opgeleverd. Het lijkt gemakkelijk als je het ziet tot je het zelf eens probeert. In een matchsituatie zou ik direct de bal kwijtspelen.”

Harm: “Ik heb zelf een schitterende jeugdopleiding gehad, waarin we sportief erg hoog eindigden, zonder ergens een hoofdvogel af te schieten. Vaak waren we halvefinalist of finalist. Een keer trokken we naar de VS, naar Greenville, Atlanta. Ik weet nog dat we daar zwaar verloren van een echte collegeploeg. Verder speelden we tornooien in Joignies en Graz en op de Fisec Spelen met school. Helaas was ik net te oud om naar de Fisec-finale mee te mogen.”

“Het is bijzonder tof dat ook mijn kinderen de kans krijgen om naar de States te kunnen gaan. Marie-Hélène ging twee jaar geleden al mee. Cape Cod, Boston en New York waren de max. Haar gastgezin bracht zelfs al een tegenbezoek. Louis-Emile gaat in 2018 met de Sports Ambassadors. Hopelijk kiezen ze daar een goede NBA-match uit, dat zou de max zijn”, aldus Harm, die net als mama Anniek vaak instaat voor vervoer van en naar de trainingen.”

‘t Vissershuys

In tegenstelling tot mijn leeftijdsgenoten en basketmakkers had ik geen zin om verder te studeren. Ik kon sowieso aan het werk in Vishandel Marcel, de zaak van mijn pa. Tegelijk startte ik een bedrijfje op om kreeften in te voeren en geraakte ik steeds meer gebeten door alles wat met eten en bereidingen te maken heeft. In avondopleiding volgde ik een cursus ‘Bereiden verkoopklare gerechten’ en in 2000 stond ik op eigen benen. We verhuisden naar de Doorniksewijk en breidden uit. Het is best wel druk om alles te combineren, maar als ik kan, pik ik hier en daar wel een kwartier of een halfuurtje van een wedstrijd mee. De matchen op zondagnamiddag kan ik sowieso volgen.”

(Johan Santy)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier