Jeroen Logghe uit Diksmuide speelt één van de hoofdrollen in ‘Scrooge, de Musical’ in Antwerpen

Jeroen Logghe : "Ik ben geen acteur geworden voor het geld. Acteren is mijn passie." © FODI
Redactie KW

Op zondagnamiddag 9 december vindt de première plaats van ‘Scrooge, de Musical’ in de Stadsschouwburg in Antwerpen. Eén van de hoofdrollen wordt gespeeld door de 26-jarige Jeroen Logghe, afkomstig uit Diksmuide. Er zitten ook nog heel wat andere uitgeweken West-Vlamingen in de cast : Floris Devooght (Hulste), Charline Catrysse (Nieuwpoort), Korneel Defrancq (Brugge) Justine Maurau (Koksijde), Baptiste Vuylsteke (Sint-Denijs bij Zwevegem) en Alexine Van Houtteghem (Zwevezele). We spraken net voor een van de repetities af met Jeroen Logghe in Crown Plaza, Wilrijk voor een gemoedelijke babbel over zijn hoofdrol.

Jeroen acteerde als kind bij de theatergroep De Toverlantaarn in Diksmuide. Op twaalfjarige leeftijd begon hij met musical. Hij speelde een van de weeskindjes in de musical Oliver. Daar is zijn passie voor musical ontstaan. “Na mijn middelbare studies volgde ik twee jaar musical in het Koninklijk Conservatorium in Brussel en daarna stapte ik over naar de Fontys Hogeschool voor Kunsten, richting Musicaltheater in Tilburg. Twee jaar geleden studeerde ik daar af, met zeer grote onderscheiding”, glimlacht Jeroen met een knipoog.

Heb je je ouders moeten overtuigen om die schoolrichting te mogen kiezen? Je moest immers verhuizen van het platteland in Diksmuide naar de hoofdstad Brussel en later naar Tilburg.

Jeroen : “Ik ben de zoon van landbouwers. Ik ben dus een échte boerenzoon (glimlacht). Mijn ouders waren altijd trots toen ik meespeelde in de plaatselijke toneelafdeling in Diksmuide. Om daar nu mijn beroep te kunnen van maken, dat was toch nog iets anders. Ik ging in eigenlijk iets anders studeren, communicatiewetenschappen in Gent. Er waren echter nog toelatingsproeven in september voor het Conservatorium in Brussel. Eén week voor ik begon in Gent – ik was al ingeschreven, ik had al mijn kot – bleef het kriebelen om toch maar iets anders te gaan doen. Ik schreef mij dus stiekem in voor die toelatingsproef in Brussel en ik was erdoor. Dan moest ik dat nog zeggen aan mijn ouders. Ik kwam thuis en dan moest ik uitleggen dat ik op het laatste nippertje had besloten om te veranderen van schoolrichting én te veranderen van stad.”

Hoe namen ze dat op ?

Jeroen : “Ja… mijn ouders zijn gemakkelijke mensen, ze begrepen mij. Ze vonden dat ik mijn hart moest volgen, maar dat ik ook moest begrijpen wat de risico’s van het beroep zijn. Ze wilden dat ik daarna nog iets anders zou studeren. Uiteindelijk kwam dat er niet van. Maar ze kwamen wel altijd kijken naar de voorstellingen in school. Ze zijn heel trots. Mijn moeder maakt nu zelfs reclame met flyers van Scrooge, de Musical. In onze sector is het wel niet evident om het hele jaar door werk te hebben, dat is logisch.”

Hoe verliep het voor je om van het platteland in Diksmuide te verhuizen naar Brussel en later naar Tilburg ?

Jeroen : “Ik kende de wereld nog niet. Ik was super naïef. Als 18-jarige kwam ik daar toe in Brussel. Ik keek mijn ogen uit en voelde me tegelijk heel klein in die grote stad. Idem op het Conservatorium. Ik had alleen nog maar geacteerd. Zang- en dansles had ik nog nooit gehad. Het eerste jaar in Brussel was echt afzien. Ik moest zoveel bijbenen op vlak van zang en dans. Ik wist totaal niet wat ik deed met mijn stem, met mijn lichaam. Ik studeerde daar twee jaar. De school was mentaal heel zwaar. Dan ben ik zelf overgestapt naar Tilburg omdat ik een betere klik voelde met die opleiding. Ik begon daar terug in het eerste jaar en kon er met een schone lei en een betere basis starten.”

Heb je die studies onderschat ? Kreeg je wel eens spijt dat je niet studeerde in Gent ?

Jeroen : “Neen, helemaal niet. Ik deed wel zes jaar over mijn musicalstudies die normaal vier jaar duren, aangezien ik in Tilburg opnieuw ben begonnen. Ik denk dat ik die zes jaar nodig had. Ik kon niet in Tilburg direct in het derde jaar beginnen, omdat het niveau van de danslessen daar heel hoog ligt. En daar had ik nog maar weinig ervaring mee. Maar in ons vak ben je nooit uitgeleerd. Er zijn mensen die na hun bacheloropleiding musical zangles blijven volgen, nog een masteropleiding starten of nog enkele specifieke cursussen volgen, bijvoorbeeld camera-acteren. De school in Brussel was vooral gericht op acteren, Tilburg op dans. Ik ben blij dat ik enorm veel van beide scholen heb meegekregen en dat ik ben afgestudeerd als de musicalacteur die ik wilde worden.”

Geraak je er makkelijk door in die opleiding?

Jeroen : “Het is streng, wees maar gerust. Er zijn altijd mensen die het niet halen. In Tilburg doen er ieder jaar 300 mensen mee aan de auditie. Ik zat in een klas van 20 leerlingen en we studeerden met 18 af. Dat is dus toch niet slecht. Maar de selectie vooraf wordt heel grondig gedaan.”

Hoe moeilijk is het voor je om in die wereld een (hoofd)rol te krijgen? Moet jedaarvoor lobbyen, gewoon auditie doen of speelt vriendjespolitiek een rol?

Jeroen : “Dat is een beetje een stoute vraag (lacht). Als je jong bent, moet je nog jezelf bewijzen, de mensen kennen je nog niet. Ik moet bij ieder bedrijf gewoon auditie doen. Ik deed al mee in vijf producties. Zo leer je collega’s, regisseurs, producenten kennen, met wie je een band opbouwt. Als ze later zoeken naar een rol, kunnen ze misschien denken : dat kan iets voor Jeroen zijn !

Wat is je sterkste kant ?

Jeroen : “Acteren. Als musicalacteur is het acteren je belangrijke discipline. Je kan niet zingen en dansen, zonder dat je erbij acteert. Als iemand moeiteloos drie pirouetten kan draaien of hoge noten loepzuiver haalt, maar zijn gezicht spreekt niet, hij drukt met zijn lichaam geen verhaal uit, dan interesseert mij dat niet als publiek. Dan heb ik liever iemand die technisch wat minder goed is, maar die echt wel met veel expressie kan overbrengen wat hij wil vertellen aan het publiek.”

Je doet ook eigen producties, waaronder ‘Blood Brothers’ ?

Jeroen : “Ik werkte aan Blood Brothers ook als acteur mee, dat was geen eigen productie. Ik ben nu wel artistiek leider van De Toverlantaarn in mijn eigen Diksmuide, waarvoor ik één keer per jaar een productie mee uitwerk. Ik regisseerde er ook al twee stukken en doe de choreografie van de musicals. Ik ben nog altijd blij om terug te keren naar Diksmuide. Daar is mijn passie ontstaan en heb ik mijn eerste stappen op dat grote podium kunnen zetten. Ik blijf – denk ik – voor de rest van mijn leven verbonden met die vereniging.”

In de zomerperiode had je het ook druk?

Jeroen : “Na mijn studie heb ik – om zekerheid te creëren – een bedrijfje opgericht om theater- en musicallessen aan te bieden aan jongeren en kinderen. Doorheen het jaar organiseren we opleidingen. Tijdens de vakanties zijn dat musicalstages voor kinderen en jongeren. Ik probeer de grijze zones in Vlaanderen op te vullen, waar er geen aanbod is. Als kind woonde ik in Diksmuide. Wilde ik een musicalstage of theaterles volgen, dan moest ik vaak naar Antwerpen en zat ik twee uur lang op de trein, omdat dit in Diksmuide niet werd aangeboden. Dat probeer ik nu voor de jeugd in mijn regio – waar er veel vraag is naar zo’n lessenaanbod- te regelen. Er zijn veel kinderen die de drie disciplines willen leren, maar het is niet haalbaar voor de ouders om zich zover te verplaatsen.”

Je hebt één van de hoofdrollen als Fred beet in ‘Scrooge, de Musical’, die nu zondag in Antwerpen in première gaat. Heb je daarvoor auditie moeten doen ?

Jeroen : “Ja, ik deed daar auditie voor. Het was een moeilijke auditie, met veel kandidaten. Uiteindelijk kreeg ik gelukkig de rol aangeboden.”

Al die acteurs/actrices zien er allemaal goede vrienden/vriendinnen uit, maar ‘t moet toch frustrerend zijn wanneer er één van je goede vrienden of vriendinnen dan toch met een hoofdrol gaat lopen, terwijl je er zelf ook dichtbij was ? Een serieuze strijd ?

Jeroen : “Hier in Vlaanderen is die wereld zo klein. Je kent iedereen. De collega’s van school, enz. Het is een leuke sfeer op auditie, maar we zijn inderdaad concurrenten van elkaar. Buiten de auditiemuren probeer ik dat niet uit te spelen. Je verliest daar tijd en energie mee. Uiteindelijk beslist de productie. Die bepaalt en het kan zijn dat je het type niet bent voor een rol : te klein, te oud, te dik, te dun. In de loop der jaren leer je dat wel relativeren. Je weet : ik deed een goede auditie, de jury zag mij toch eens terug, volgende keer beter.”

Is ‘Scrooge, de Musical’ een moeilijk stuk ?

Jeroen : “Mijn rol van Fred valt mee. Het is een heel positief personage, dat vind ik eens leuk om te spelen. Vaak speel ik heel serieuze rollen. Nu is Scrooge, de serieuze, de vrek in het personage, ik probeer de tegenkant te zijn. De musical is technisch niet gemakkelijk. We spelen met een kubus met wanden die open en dicht gaan, de mensen vliegen erin, eruit, er staan soms tot 40 personen op scène. Ik zou niet graag in de schoenen van de regisseur staan. We hebben ook maar vier weken repetitietijd. Dat is niet veel, normaal zes à acht weken. Het is dus wel even lastig. Moest het een bestaand stuk zijn, dan is dat iets anders. Dit is een nieuwe creatie, een nieuw script, het is een race tegen de klok, niet normaal…”

Is ‘Scrooge, de Musical’ de belangrijkste musical voor jezelf in al die jaren ?

Jeroen : “Voor mezelf is het vooral de eerste keer dat ik een rol beet heb in zo’n groots opgezette musical. Voordien maakte ik vaak deel uit van het ensemble.”

In hoeveel producties speelde je al mee?

Jeroen : “Ik deed één jaar lang een tourproductie A Chorus Line in Nederland. We speelden acht maanden, ik was er ensemble en understudy van drie rollen. Dan heb ik één productie Cabaret gedaan in Frankrijk, maar de mensen kennen mij daarvan niet. Mijn eerste productie in België was Blood Brothers in het voorjaar van 2018 in het Fakkeltheater in Antwerpen. Dat was heel kleinschalig, met een herneming in september. Daar speelde ik één van de broers. Dat was de eerste keer dat ik iets kon laten zien aan Vlaanderen. In de zomer deed ik dan weer een Franstalige productie in Brussel.”

Liggen er al voor jezelf voor 2019 producties vast ?

Jeroen : “Euh ja… maar daar kan ik nog niets over verklappen. Ik heb al werk, ik mag niet klagen.”

En in de tijd dat je niet op scène staat, geef je dan les?

Jeroen : “Ik werk voor mijn eigen bedrijf. De momenten dat ik niet zelf kan lesgeven, schakel ik dan andere docenten in die dat voor mij doen. Ben ik vrij, dan geef ik les in Antwerpen, Gent, Diksmuide, Kortrijk, Brugge… Wanneer ik plots twee à drie maanden zonder acteerwerk val, dan werk ik inderdaad als docent. Ik kan geen twee à drie maanden stil zitten. Doe mij dat alsjeblieft niet aan dat ik enkele maanden thuis moet zitten en moet leven van een uitkering. Dat wil en kan ik niet.”

Is het knokken om financieel het hoofd boven water te houden? Om te leven van de ene naar de andere productie?

Jeroen : “De ene maand verdien je goed, de andere maand is het minder. Ik leef over het algemeen goed, maar ik moet geen gekke dingen doen. Door mijn bedrijfje heb ik een soort van financiële zekerheid. Dat is wel nodig. Ik ben geen acteur geworden voor het geld. Sommige projecten zijn onderbetaald, maar als ze mij aanspreken, neem ik ze toch aan. Acteren is mijn passie. Neem nu de hoofdrol in Blood Brothers. We kregen daar een onkostenvergoeding voor, maar ik wilde die rol per se om mezelf te laten zien. Beter ergens voor een appel en een ei spelen, dan helemaal niet spelen. Mensen zien je bezig, dat is belangrijk.”

Je woont nu in Antwerpen. Keer je nog vaak terug naar Diksmuide ?

Jeroen : “Mijn ma zou liever hebben dat ze mij wat meer ziet, moeders hé ! Het blijft ver. Ik probeer iedere twee maanden naar huis te terug te keren, maar nu is het al heel lang geleden. Sorry mama, je zal me binnenkort wel eens terug zien.”

(PADI)

Goed nieuws : al zes extra voorstellingen voor ‘Scrooge, de Musical’. December 2018 : Stadsschouwburg in Antwerpen – Januari 2019 : Capitole in Gent. Tickets en speeldata : www.30jaarmusichall.be.

“Het is de eerste keer dat ik een rol beet heb in zo’n groots opgezette musical.”© FODI

Vier van de zeven West-Vlamingen met v.l.n.r. Floris Devooght, Charline Catrysse, Jeroen Logghe, Justine Maurau met tussenin de hoofdrolspelers Anouk Rietveld en Warre Borgmans.
Vier van de zeven West-Vlamingen met v.l.n.r. Floris Devooght, Charline Catrysse, Jeroen Logghe, Justine Maurau met tussenin de hoofdrolspelers Anouk Rietveld en Warre Borgmans.© FODI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier