De haven van Zeebrugge wordt door transmigranten vaak gezien als de poort naar het Verenigd Koninkrijk. Om dat probleem te counteren, is het binnendringen van een havenfaciliteit sinds midden juni 2016 een strafbaar feit. Voordien konden indringers enkel vervolgd worden voor hun illegaal verblijf in ons land.
Woensdagochtend werden vier havenindringers veroordeeld tot zes maanden effectieve celstraf en een geldboete van 800 euro. Maar liefst 15 andere beklaagden riskeren dezelfde straf. Het gaat vooral om Algerijnen, maar ook om mensen uit Tunesië, Irak, Palestina, Soedan, Libanon en Eritrea. De rechter doet uitspraak op 20 juni.
De forse toename van het aantal dergelijke dossiers is volgens mensensmokkelmagistraat Frank Demeester geen toeval. In maart en mei werden telkens tien vluchtelingen gedagvaard voor het binnendringen van de haven, terwijl in april zelfs een piek van 18 gedagvaarde havenindringers werd opgetekend. In januari en februari werden respectievelijk slechts één en vijf havenindringers gedagvaard.
Alle gevallen apart bekeken
In principe worden havenindringers pas na enkele inbreuken gedagvaard. In totaal drongen er in februari, maart en april immers respectievelijk 96, 135 en 209 vluchtelingen de haven van Zeebrugge binnen. Het parket benadrukt wel dat alle gevallen apart bekeken worden. Vluchtelingen die zich agressief opstellen of andere strafbare feiten plegen, lopen dus het risico om ook sneller vervolgd te worden voor het binnendringen van de haven. Zo stond een Algerijnse transmigrant woensdag niet alleen terecht voor indringing, maar ook voor een diefstal in een apotheek in Knokke-Heist.
Ten slotte werden ook enkele vluchtelingen vervolgd voor het binnendringen van panden aan de kust. Het gaat dan meestal om tweedeverblijven of leegstaande panden. Ook voor hen vorderde het openbaar ministerie zes maanden effectieve celstraf en een geldboete van 800 euro.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier