Klaas Delrue: “Ik heb lang kunnen doen en laten wat ik wilde”

© PHILE DEPREZ
Nancy Boerjan

Voetbal de belangrijkste bijzaak in het leven? Niet voor Klaas Delrue. Voor hem is dat de muziek die hij met zijn band Yevgueni maakt. Hij weet intussen waar het in het leven echt om draait, maar het blijft zoeken naar evenwicht tussen de liefde voor zijn gezin en zijn artistieke ziel. Hij is er nog altijd graag bij, waar mensen samen om het even wat vieren, maar hij let nu wel iets beter op de klok.

Klaas Delrue reageert allerminst allergisch op het begrip ‘feest’. Feesten staat voor een goeie tijd hebben, daar kan hij niks vervelends in zien. Feesten vormen zelfs een soort rode draad doorheen zijn muzikale carrière: “Het gebeurt vaak dat er een feestje uitbreekt na een optreden, en daar geniet ik van. Op den duur wordt het feest dat op een belangrijk moment volgt zelfs een beetje de drijfveer om door te gaan. Niet de enige, maar toch een die telt. Ik denk dat er in iedereen wel een beetje een fuifbeest zit, maar in een artiest manifesteert dat zich misschien wat meer.”

Daarom ook spreekt Klaas met ons af in de Ancienne Belgique in Brussel. Omdat elke nieuwe tour van Yevgueni start in de AB, en dan gevolgd wordt door wat hij een semispontaan feest noemt. Want Klaas kiest zijn woorden met zorg. Een feest van ontlading is dat dan enerzijds, de kop is eraf, én van uitkijken naar wat volgt, waar hun muziek hen de maanden nadien naartoe zal leiden en welke mensen hen daarbij zullen vergezellen.

Kerstmis begint in augustus

In mijn familie zijn feestdagen als Kerstmis en Nieuwjaar altijd al huge geweest. En dan heb ik het niet over toeters en bellen, maar over het feit dat mijn moeder al half augustus begint te zoeken naar een datum waarop al haar kinderen aanwezig kunnen zijn op het feest. Ze heeft vier kinderen, met elk een partner die ook families hebben die de feestdagen samen willen vieren: dat is dus een serieuze puzzel om te leggen. De voorbije jaren zijn we dan ook wel vaker uitgeweken naar 23 of 27 december, maar dat doet er uiteindelijk niet toe, als we maar allemaal samen zijn.”

En dan gaat het dak er elke keer af?

“Neen! Dat speelt zich af in een goed cafeetje waar je de juiste mensen om je heen probeert te krijgen. Soms gebeurt het vanzelf, soms spreken we iets af. De laatste keer, bij de voorstelling van ons jongste album, ging het wat minder spontaan, omdat enkelen van ons nu ook rekening moeten houden met kindjes. Maar vroeger huurden we een hotelkamer in Brussel en doken we de nacht in, zonder te weten hoe laat of vroeg we die zouden zien. Geen dancings of drugs, drank wel een beetje, maar vooral: de gezelligheid van een bruine kroeg.”

Wat zegt je manier van feesten over jou?

“Ik denk dat mijn feestplezier al bij al een voortzetting van mijn studententijd is. Ik was en ben een nostalgicus. Wat een pluspunt is voor mijn muziek en de teksten die ik schrijf, maar in mijn privéleven ook wel eens voor mindere momenten zorgt. Ik heb de neiging om veel achterom te kijken, het is een emotie die bij mij nu eenmaal dikwijls de kop opsteekt, maar ik mag ze mijn leven niet laten beheersen.”

Van mijn eerste communie onthou ik vooral mijn verlanglijstje vol voetbalspullen

“En als er nu iets is wat een mens kort maar intens beleeft, is het de studententijd toch? Ik zag anderen rondom mij daar vrij gemakkelijk afscheid van nemen. Ze vonden het een leuke tijd maar stonden tegelijk te springen om aan het echte leven te beginnen, werk te zoeken, volwassen te worden. Ik denk dat het alweer een beetje eigen aan een artistieke ziel is om net te blijven hangen in die sfeer van toen, om geen uur te hebben om te gaan slapen of op te staan. Helaas zijn er weinig jobs die zich tot dat ritme lenen. (lacht) Het is dus allicht geen toeval geweest dat ik in het muziekleven ben gerold. Geert (Noppe, pianist met wie Klaas Yevgueni oprichtte, red.) en ik waren niet de jongens die als tiener al wisten dat ze op een podium zouden gaan staan. Maar we maakten wel graag muziek, rond het kampvuur, op kotfeestjes… Tijdens ons laatste jaar pedagogie de studierichting die Geert en ik samen doorliepen voelden we al dat het eigenlijk niet helemaal ons ding was. We breiden er nog een zesde jaar antropologie aan, en daar werd het van langsom duidelijker: met dat diploma een leven uitbouwen was niks voor ons. Muziek maken, dát deden we graag. We zochten een combinatie van ons artistieke ei kunnen leggen en nog geen afscheid hoeven te nemen van ons nachtelijke leven.”

(Lees verder hieronder)

“Het is een harde levensles, maar helaas blijft geen enkele vriendschap uit zichzelf overeind.”© PHILE DEPREZ

Wie is Klaas Delrue?

Klaas Delrue (42) is een Belgische kleinkunstzanger, chansonnier en muzikant. Met zijn band Yevgueni, waarvan hij de frontman is, brengt hij Nederlandstalige moderne kleinkunst. Yevgueni heeft intussen zeven albums op zijn actief en hits als Als ze lacht, Nieuwe Meisjes en Adem.

Klaas groeide op in Rekkem, samen met twee broers en een zus. Hij studeerde pedagogie aan de KU Leuven en woont sinds tien jaar in Mechelen met zijn vrouw Ann Van Hellemont en hun twee dochtertjes Zanna (2,5) en Ella, die op 1 oktober 2018 werd geboren.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 raakte hij verkozen voor VLD-Groen-M+ in Mechelen.

En toch heb je nu zelf een gezin met een dochtertje van 2,5 jaar en eentje van drie maanden jong. Hoe rijm je dat met een verlengd studentenleven?

“Dat is inderdaad een oefening die ik sinds zij er zijn dagelijks maak. Mijn vrouw en ik dachten er net door onze manier van leven zij leidt intensieve projecten in de ngo-sector, zoals de Mobiele School in Leuven vrij laat aan dat we ook kinderen wilden. Toen bleek dat bovendien niet meteen te lukken en zijn we uiteindelijk pas vader en moeder geworden op ons 40ste en 39ste. Ik heb mijn leven van doen en laten wat ik wil dus heel lang kunnen doortrekken. (lacht) Maar dat heeft er de overgang naar het babyritme niet gemakkelijker op gemaakt. Het is zwaar én leuk tegelijk. En ik heb die klik wel gemaakt: ik blijf niet meer plakken na élk optreden, ik ga niet meer élk weekend uit. Ik weet intussen wel wat echt belangrijk is in het leven, maar het blijft een evenwichtsoefening. En soms denk ik dat het zowel voor mij als de mensen rond mij net goed was om niet te vroeg vader te worden.”

Welk feest zal jij je leven lang onthouden?

“Misschien klinkt het wat raar om dat over jezelf te zeggen, maar wij waren enorm tevreden over ons eigen trouwfeest, in 2007. We hadden daarvoor een hele reeks leuke trouwfeesten meegemaakt, van vrienden en broers en zus, en daar hebben we zo’n beetje het allerbeste uitgepuurd en gebundeld in een eigen feest. De locatie zat goed, de muziek was fantastisch er waren ook een paar artiesten-collega’s te gast en zo vormde ons trouwfeest een orgelpunt voor alles wat we eerder hadden meegemaakt en tegelijk een ‘nieuw’ beginpunt voor de relatie tussen mijn vrouw en ik.”

(Lees verder onder de foto)

“Ik heb best veel tijd nodig om alleen te zijn, maar ook om voor mezelf dat universum op te zoeken waar ik met anderen over alles en niets kan praten.”© PHILE DEPREZ

Een trouwring is belangrijk voor jou?

“We zijn niet voor de Kerk getrouwd, maar hebben wel een eigen ceremonie uitgewerkt die voor ons wel degelijk een betekenis had. We voelden allebei de behoefte om onze relatie te bezegelen, iets wat aangaf dat we niet zomaar samenwonen. En ik ben wel blij dat het zo gegaan is. Een feest wordt dan iets waarbij je de mensen van wie je houdt samenbrengt rond een gegeven of dat nu een geslaagd optreden of een trouwfeest is en daar iets vastlegt voor de toekomst. Op dat moment lieten wij al die mensen die daar waren weten dat we voortaan echt samen zijn.”

“Als een koppel uit onze vriendenkring uit elkaar gaat, is dat ook het eerste waar ik aan denk: aan hun trouwfeest en dat geladen moment waarop ze elkaar trouw of tenminste een goeie poging daartoe beloofden. En natuurlijk heb je niet alles in de hand, maar voor mij helpt die belofte in elk geval om onze relatie nog meer gedragen te maken.”

Organiseerden je ouders verjaardagsfeestjes voor jullie? Communies?

“Onze communies! Dat waren ook steevast familiefeesten met een heleboel volk, mijn vader kwam uit een nest van zeven, bij mijn moeder waren ze ook met vier. Ik vond het heel straf dat mijn moeder dan ook kookte voor al die mensen, al kwam er na een paar keer dan toch een traiteur aan te pas. Maar hoe groot het aantal genodigden ook, het feest moest en zou bij ons thuis gebeuren. Daar wilde mijn moeder niet op inbinden. Maar wat mij daarvan toch het meest is bijgebleven, waren de cadeaus. Cadeaus zullen wel voor alle zesjarigen het belangrijkste in hun leven zijn. (lacht) Ik had een verlanglijstje vol voetbalspullen! En dat zie je ook op de foto’s van toen: die eerste communie gaf duidelijk het startschot voor mijn voetbalcarrière.”

(Lees verder hieronder)

Geen Yevgueni zonder kotfeestjes

Kotfeestjes hebben een belangrijk aandeel in het ontstaan van Yevgueni. “Omdat elke keer op café gaan te duur was voor ons als student organiseerden we kotfeestjes. Waar ik dan degene was die, tot vervelens toe, mijn gitaar pakte om altijd weer dezelfde liedjes te spelen. (lacht) Tot Maarten van Mieghem, nu onze bassist, ook eens die gitaar vastpakte en een eigen nummer bracht. Toen werd me het verschil duidelijk tussen zomaar wat spelen en een eigen nummer componeren. Met dat laatste bleek je mensen te kunnen ontroeren! Ik ben diezelfde nacht nog een nummer beginnen te schrijven, Zwembroek, en er zijn er dat jaar nog gevolgd, onder meer Sara, Robbie en Eenzaam met jou, die de eerste plaat hebben gehaald. Sindsdien begon ik ook die eigen nummers te spelen op feestjes, eerst met veel schroom hoewel ook met een duidelijke ambitie.”

Klaas besloot samen met vriend Geert Noppe een band op te richten die Nederlandstalige muziek zou brengen, en ze dachten dat er als ze het goed aanpakten wel iets origineels uit hun samenwerking kon groeien. Zeven albums, evenveel theatertournees en nog meer festivals, vier Nekka-Nachten en tal van muzikale nevenprojecten later, kan niemand hen ongelijk geven. Straks bestaat de band overigens 20 jaar, maar ze zijn er bij Yevgueni nog niet uit of ze dat in de verf moeten zetten of juist niet.

Wat kon je als jong ventje nog zoal boeien?

“Op die leeftijd was het al voetbal wat de klok sloeg. Ik speelde bij White Star Lauwe. Er was ook Rekkem Sport, waar ik eigenlijk woonde, maar een van mijn leraars was délégué in Lauwe en nam me daar naartoe mee. Ik moet ook toegeven dat White Star Lauwe in bevordering speelde en Rekkem in vierde provinciale, en dat dus iedereen uit Rekkem stiekem liever in Lauwe wilde spelen.”

“Daar is dan vanaf mijn twaalfde de Chiro van Rekkem bij gekomen voetbal op zaterdag, jeugdbeweging op zondag waar ik tot mijn 21ste alle geledingen heb doorlopen. En best veel feestjes heb gevierd.”

(Lees verder onder de foto)

“De Ancienne Belgique is voor mij dé feestlocatie bij uitstek: hier startte elke theatertournee van Yevgueni, gevolgd door een feestje. En dat is in elk geval een van de redenen om ermee door te gaan.© PHILE DEPREZ

Je zei het eerder al: geen drugs, drank wel een beetje. Een pint hoort erbij?

“Voor mij wel. In medisch opzicht zal dat allicht naar de problematische kant neigen, zoals bij veel Vlamingen, denk ik. Al meen ik niet dat ik echt een probleem heb. (lachje) Maar het hoort erbij voor mij. Een paar pinten maken een feestje nog net iets leuker.”

Het klinkt wat raar misschien, maar wij waren enorm tevreden over ons eigen trouwfeest

“Op ons trouwfeest hadden we overigens een babbelbox geïnstalleerd, een videocamera met een decoratieve constructie eromheen, waarvoor iedereen de hele avond door een boodschap kon inspreken. We hebben zes dvd’s vol wensen, die een prachtig beeld geven van de verschillende stadia die zo’n avond doorloopt. Het is bijna voer voor wetenschappelijk onderzoek! (lacht) Als laatste komt Wannes Cappelle, een goeie vriend van mij, aan bod: met de babbelbox zelf over zijn hoofd laat hij weten dat het genoeg is geweest, dat we allemaal naar huis gaan. Ik koester die dvd’s als een prachtig aandenken aan een al even mooi moment. Ik ga ze binnenkort toch weer eens moeten bovenhalen, het is alweer te lang geleden…”

Waar zijn de vrienden voor het leven?

Het allereerste grote feest dat Klaas zich nog kan herinneren is een jubileum van zijn grootouders, begin jaren tachtig. Met eerst een viering in Rekkem, waarna de hele familie de bus op ging, naar In De Wulf, toen nog het sterrenloze, maar onder jubileumvierders geliefde restaurant van de ouders van Kobe Desramaults. Van het feest zelf herinnert hij zich niet veel meer, maar het brengt hem wel bij ouder worden, en bij het inzicht dat hij nog zelden tot bij zijn oude vrienden geraakt: “Zolang mijn ouders nog in Rekkem woonden, ging ik er soms een weekendje naartoe en vond ik er de mensen met wie ik er destijds in het jeugdhuis zat. In Rekkem is er ook elk jaar de Breughelkermis en het Kotweekend, daar pikte ik ook altijd wel eentje van mee. Maar mijn ouders verhuisden naar Limburg, ik kwam er alsmaar minder, nu in elk geval veel te weinig. Ik vind het confronterend om vast te stellen hoe weinig moeite we doen om vriendschappen te onderhouden. Het is een harde levensles: geen enkele vriendschap blijft uit zichzelf overeind.”

“Met de vriendengroep uit Leuven spreken we twee keer per jaar af: alle gezinnen samen op weekend. Die momenten houden ons gelukkig samen, als een soort garantie voor de vriendschap, maar ik merk dat we elkaar daarbuiten ook nauwelijks nog zien. En kinderen hebben maakt het niet gemakkelijker.”

Je hebt die sociale contacten wel nodig?

“Het is dubbel, ik kan zowel sociaal als asociaal zijn. Ik heb best veel tijd nodig om alleen te zijn, maar ook om voor mezelf dat universum op te zoeken waar ik met anderen over alles en niets kan praten. Ik vrees dat het alweer een neveneffect is van het artistieke bestaan: aan de ene kant individualist zijn en aan de andere kant collectief ingesteld, en daartussen die kleine ruimte waarin ik mezelf blootgeef. Want ik kan uren babbelen over politiek of voetbal, smalltalk, grappig zijn aan de toog, het hoge woord voeren in een gezelschap… Allemaal geen probleem. Maar als het specifiek over mezelf gaat, wordt het moeilijk.”

Het voorbije uur was dus hard werken voor jou?

“Dat is nog het strafste: in interviews lukt het me wel! Omdat dat de bedoeling van een interview is misschien? Of omdat ik de interviewer niet zo goed ken? Ik ben er vroeger al op gewezen dat ik een gesprek afblok als het wat te persoonlijk wordt. Of dan ineens grapjes begin te maken. Ik werk eraan, hoor. Maar het is een stukje de artiest in mij. En een stukje de West-Vlaming. En een stukje de aard van het beestje misschien…”